dinsdag 27 oktober 2020

Cynan Jones, The Long Dry

 2006. E-book. Granta-Parthian, London-Cardigan, 2014.

Dit is zo'n roman, meer een novelle, die ik onmiddellijk herlas. Adembenemend, en daardoor heb ik wellicht de eerste keer, achteraf bezien, iets te snel gelezen. Ik noteerde alvast wel de vage associaties die door m'n hoofd schoten: Boven is het stil en The Road – van Bakker, respectievelijk McCarthy – om maar eens twee extremen te noemen. En Solar Bones van McCormack, niet te vergeten. Misschien ook De vlaschaard van Streuvels. 

Kortom: een roman met een schijnbaar zeer eenvoudig verhaal, maar dan wel een vertelling die gaandeweg veel meer blijkt te omvatten dan alleen de lotgevalletjes van individuutjes.

De centrale verhaaldraad is op zijn zachtst gezegd erg eenvoudig: een man, Gareth, gaat zijn koe zoeken die, drachtig en al, op stap is gegaan, verdwenen. En het is al weken lang heel erg warm. En al even lang bijzonder droog. Ergens wordt geopperd dat er een geomagnetische storm is geweest; ook de duiven zijn het spoor bijster.

De centrale figuur is Gareth, maar er wordt ook verteld vanuit de focalisatie van bijvoorbeeld zijn vrouw, zijn zoon en zijn dochter... het valt me op dat ik de 'andere' personages aldus benoem en niet de verhouding omkeer en zeg dat Gareth de man is van... ehhh... Kate, de vader is van... de zoon (hoe hij heet, weet ik niet meer; hij is minder belangrijk, en wat hij vooral doet is: weggaan, niet thuis willen zijn; dus een beetje zoals die koe, wellicht) en van het dochtertje dat Emmy heet. Hoe dan ook: van deze andere personages krijgen we eveneens de visie op (delen van) het gebeurde gepresenteerd, en ook die van de veearts en zelfs die van de koe, die is weggelopen. Dat laatste is opmerkelijk omdat het verhaal niets heeft te maken met surrealisme of een sprookje. Het is juist heel aards en realistisch.

Passend bij het realisme is ook de rol en de aard van de verteller of vertelinstantie. Dat is namelijk zo'n boven het geheel zwevende, alwetende, de lezer expliciet sturende, extradiëgetische, anonieme verteller die zo nauw is betrokken bij het gebeuren en de personages dat je er al snel toe overgaat te denken dat eigenlijk toch de hoofdpersoon de verteller is. Dat kan echter niet het geval zijn, omdat de verteller iets weet over Gareth wat die zelf niet weet. Een uiterst precair verschil in kennis waar de lezer mee wordt opgezadeld.

Het centrale gebeuren beslaat niet meer dan een dag; maar het totaal van de vertelde tijd beslaat bijna een mensenleven, voor sommige personages zelfs ruimschoots. Dat draagt eraan bij dat deze korte roman (op papier een kleine honderd bladzijden), dat deze novelle toch epische proporties krijgt. Gaande weg wordt duidelijk dat Gareth onbewust iets uit de weg gaat door achter die koe aan te gaan, terwijl hij toch ook weet dat hem iets uitzonderlijk dwars zit; koezoekend denkt hij daar veel over na. Die koe mag ver weg zijn, maar de afstand tussen Gareth en Kate, die het huis niet uit komt, is veel groter geworden dan zij beiden wensen, of durfden te vrezen.

woensdag 21 oktober 2020

Op het land

Aangemoedigd door berichtgeving over de roman – eerst al positieve recensies, toen ook nog een omvangrijke verkoop, niet in de laatste plaats de grote internationale prijs voor de Engelse vertaling ervan – begon ik aan De avond is ongemak (2018), het romandebuut van Marieke Lucas Rijneveld, van wie inmiddels een tweede roman op komst is. Tegen mijn gewoonte in heb ik (de digitale versie van) het boek niet gekocht, maar geleend bij de biep, de gemeentebiep van Utrecht, waarvan ik de nieuwe behuizing nu nog steeds niet van binnen heb gezien. Ik leende het boek omdat ik toch niet echt overtuigd was dat het helemaal in mijn smaakkader zou passen: verhalen over getourmenteerde gristelijke plattelandsjongeren staan niet hoog in mijn aanzien. Maar je moet soms wat proberen.

De eerste zin stond er wel goed: -->

Maar ze bevat ook een ernstige aanleiding voor mijn afwijzing: het kinderperspectief. Het geleuter van een post-kleuter. En de interventie van de oh oh oh zo wrede buitenwereld in het enigszins stereotiepe, rurale kinderparadijs.

De bijl is eigenlijk al tussen mijn aandacht en het boek gevallen met die eerste zin. Dat gekleuter zie je aan dat verongelijkte gedrag: die jas gaat niet meer uit. Pippi Långstrump (1945) maar dan anders. Daar zit ik als volwassen lezer niet echt meer op te wachten, tenzij ik mijn kleinkind iets wil voorlezen, hoewel ik dan ook nog niet ga grabbelen in die christelijke gribus  van gekte, dood en dierenleed.

Het verhaal is een langgerekte saucijs van alledaagse gebeurtenissen en -nisjes met associatieve zij- of tussensprongetjes: bij alles wat haar overkomt en waar ze de moeite voor neemt erover te vertellen, moet Jas (zo schijnt de vertelster te heten) steeds ook aan iets anders denken. Dat schiet niet op. Stilistisch heeft de vertelling mijns inziens niet veel om het lijf; dat kan prettig zijn, die onnadrukkelijkheid, maar dan moet er wel wat aan de orde komen. En De-Ongenadige-Dood-Van-Het-Broertje is inderdaad Erg, maar van het vertellen van iets Heel Ergs wordt een roman nog niet intrigerend.

Hoe dan ook, Jas moet op een gegeven moment haar vader even helpen en gaat met hem mee, op de tractor. Ze bereidt zich er goed op voor: -->

Je ziet: die jas gaat inderdaad niet uit; de overall gaat eroverheen! Wat een eigenwijze schalk, die Jas!

Heel goed voorbereid was ze niet. Twee bladzijden verder (op mijn telefoon) krijgt ze op die tractor hoge nood. Ze moet poepen. Vader, toch de rotste niet, last een sanitaire stop in. Jas gaat: -->


Krijg nou wieltjes: heeft ze in de kleine tussentijd kans gezien om haar overall uit te trekken en daarna haar jas, om vervolgens haar overall weer aan te trekken en daaroverheen de – toch niet zo onafscheidelijke – jas, en dat allemaal op die over het land hobbelende trekker?

Het was heus niet Jas' diarree die mijn emmer deed overlopen. Ik heb nog zeker negentien procent in het boek verder gelezen, maar bij 31% hield ik het geheel wel voor gezien.
Inmiddels heb ik bijna The Long Dry (2006) uit. Dat is een prachtige, heuvelachtige, stilistisch verstilde, inhoudelijk niet van existentiële woelingen verstoken roman van Cynan Jones ("A potent, prize-winning novel of rural life and familial loss"). Dat is mijn aanrader van de maand!

En voor wie niet meteen een hele roman wil: lees The Fart (2012) van dezelfde schrijver; heel  erg kort en stukken luchtiger.