Na The Shallows van Carr kon dit er ook nog wel even bij, dacht ik. Van alle gedoe rondom dit roemruchte boek had ik alleen een heel goed overwogen weerwoord van de auteur tegen een viertal critici gelezen, waar een krant hem alle ruimte voor had geboden. Maar het blijkt dat het populariseren van specialistische wetenschappelijke kennis bepaald een vak apart is. En Swaab beheerst die vaardigheid niet echt. Hij schrijft, denk ik, vanuit een enorm grote specialistische ervaring en kennis, maar hij doet dat met een zo grote en niet dan door vage referenties ondersteunde zelfverzekerdheid, dat ik steeds meer afgeleid werd door zijn autoriteit (ik bedoel: geïrriteerd werd door die misschien terecht en oprecht uitgedragen kwaliteit, die evenwel op mij steeds meer de indruk maakte weinig meer te zijn dan zelfingenomenheid) (een heel erg lastig proces, als je toch iets over een boek wilt zeggen).
De druppel die mij de emmer deed overstromen en het boek dicht deed slaan, staat op p. 389-390; ik heb het, vind ik, dus toch nog braaf volgehouden; en dat komt doordat de materie in principe reuze intrigerend is. Maar ik geloof dat Swaab al populariserend is getreden in de valkuil van het reductionisme. Dat blijkt wanneer hij het heeft over wat hij noemt het fenomeen van de onafhankelijke gelijktijdigheid. Dan schrijft hij:
De 'uitvinding' van de kunst werd zo'n 35 000 jaar geleden door de mens rond dezelfde tijd gedaan in de Ardêche in Frankrijk, in Australië, en in Afrika. Het oudste beeldje, een vrouwenfiguurtje gesneden uit mammoetivoor, en gevonden in Duitsland, dateert ook uit deze periode. Blijkbaar waren deze 'unieke' uitingen van menselijke creativiteit afhankelijk van het evolutionaire ontwikkelingsstadium van de hersenen.Dat blijkbaar slaat volgens mij als een rolmops op een garagedeur. Swaab rekent alles terug tot iets evolutionairs en genetisch en hersencellerigs en baarmoederlijk aangelegds. Er hoeft maar dàt te gebeuren, en hij weet er een cel, synaps of kwab voor aan te wijzen die kennelijk op zijn scanapparatuur op het gewenste moment heeft opgelicht. Intelligentie: daar en daar. Libido: daro. Criminaliteit: iets meer naar links. Woordblindheid: iets meer naar retchs. Resultaat: alle problemen worden niet opgelost, maar doorverwezen naar dat microscopisch en aangeboren gebeuren, waarbij hij dan nog wel wat ruimte vrij laat voor Nurture, maar de meeste reserveert voor Nature. Ik bedoel niet te zeggen dat het niet klopt (dat weet ik niet). Maar Swaab is wel erg zwiepend met zijn statements over prefontale cortexen en andere hersengebieden die allemaal in de baarmoeder worden aangelegd. Als het echt zo eenvoudig zou zijn...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten