Vert. door J.H. Gever. 5e dr. (kartoneditie). Gottmer, Haarlem 2025. Oorspr. I Want My Hat Back (2011). Hardback, 32 pagina’s, met inbegrip van de schutbladen.
Dit is het eerste boek van illustrator Klassen (1981) dat hij zowel schreef als illustreerde, al is ‘illustreren’ hier in mijn optiek niet helemaal het juiste werkwoord omdat de plaatjes geen bijzaak zijn, geen toevoegsels ter verluchting van de tekst, maar onmisbare onderdelen van het geheel. De grote lijn van het verhaal wordt duidelijk als je alleen de tekst zou lezen, maar leuke, speelse en spitsvondige finesses ontgaan je dan. Als je alleen de ‘illustraties’ bekijkt, is het verhaal niet minder goed te begrijpen, maar ook dan ontgaan je de nodige, en dat is ook: onmisbare, details die het geheel zo intrigerend en grappig, en een beetje wrang maken. De relatie tussen tekst en beeld is een sprankelend onderdeel van het narratief.
Het boek maakt deel uit van de ‘The Hat Trilogy’, waarvan This Is Not My Hat (2012) en We Found a Hat (2016) de overige delen zijn, maar dit eerste deel is heel goed afzonderlijk te lezen.
Dat het verhaal begint op het eerste en eindigt op het laatste schutblad zou me bij een gewone roman een gruwel zijn, maar in dit boek is het juist een verdienste. Het draagt bij aan de stevigheid van het boek, net als het formaat, het gewicht en de dikte van de kartonnen pagina’s, die bovendien Olvarit- en andere fruit- en groentehapjesbestendig zijn.
De hoofdfiguur van het verhaal is een vrij forse beer met een stevige wil, een beer ook die standvastig van optreden is maar niet onbeleefd of onvriendelijk. Zo solide als de beer is, Klassen heeft er niet voor gekozen om in iedere fase van de geschiedenis domweg het zelfde plaatje te gebruiken (iets wat de Nijntje-verhalen van Dick Bruna zo onverteerbaar saai maakt); nee, de beer wordt in ieder stadium van zijn avontuur (queeste zelfs) als nieuw in de verf gezet. Dit picturale aspect kan de lezer ertoe verleiden goed op (andere) details te letten en aldus het eigen lees- en kijkplezier te vergroten. Literair-tekstuele parafernalia ontbreken in het boek: opdrachten, dankwoorden, verantwoordingen: niets daarvan, louter verhaal; en het colofon is naar het achterplat verdrongen.
Ik wil mijn hoed terug is niet alleen een leuk boek voor (groot)ouders om voor te lezen, ook de voortelezenen zullen er plezier aan beleven en zij kunnen er ook hun eerste stapjes mee zetten naar het zelf lezen. Bovendien kan het boek op academisch niveau gebruikt worden om narratologische verschijnselen als spanningsboog, (dramatische) ironie, Raffung, Dehnung, plot, story, held, antiheld, tegenstrever, helper e.t.q. en herhalingspatronen c.q. motiefstructuren te demonstreren, en ook de iconiciteit van het medium, zoals wanneer de beer, wiens geschiedenis zich afspeelt tegen een volstrekt rustige, crèmekleurige achtergrond, plotseling zich realiseert wat er aan de hand is met zijn hoed en zich schaamt dat hij dat niet eerder doorhad, of misschien ook boos wordt op wie er met zijn hoed vandoor is gegaan, en dat dan zijn achtergrond opeens knalrood is. Op de pagina direct ervoor had hij de moed en zijn hoed eigenlijk al opgegeven en vertelde hij aan de eland, ook al suggestief, maar dan qua tekst: ‘Het is een rode hoed met en punt en...’ En dan dus die pagina met de rode achtergrond en ernaast, zwarte hoofdletters op wit: ‘Mijn hoed! Ik heb mijn hoed gezien.’ En dat zet de lezer aan tot terugbladeren. Twaalf bladzijden eerder had iedereen die hoed al kunnen zien (en de deels rode tekst naast de tekening daar). En dan zie je ook dat de titel op het omslag ook in rood gedrukt is boven het hoofd van de beer.
Teksten waar wat aan te zien is en illustraties, prenten die je kunt lezen.
Dit bericht kreeg een tweede leven op Neerlandistiek.nl, het online tijdschrift voor taal- en letterkunde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten