woensdag 3 februari 2021

Mariana Leky, Was man von hier aus sehen kann

Roman. Dumont, Köln 2017.

Waar ik nu al een tijdje tegenaan zit te hikken, terwijl ik al bijna een volgende roman heb uitgelezen: iets zinnigs noteren over deze roman, die ik in iets te veel en te losse sessies heb gelezen. Maar wel tot mijn genoegen. Ik neig er daarom toe, weer te geven waar het verhaal over gaat, maar dat vind ik stom. Ik vind het stom om verhaaltjes van romans na te vertellen. Vaak gaat het bij intrigerende romans niet om het verhaal; wel om de vertelling, de manier waarop het verhaal, voor zover aanwezig als zinrijk aspect, wordt verteld. Dat geldt ook voor de volgende roman, die ik, na deze, nu al bijna uit heb; in veel minder sessies, trouwens. Waardoor komt dat nu weer? Daarover een andere keer.

Selma, de oma van Luise, droomt soms over een okapi...


Waarschuwing:


Wie zijn of haar leesplezier snel verliest door informatie over het handelingsverloop van een verhaal, wordt het afgeraden hier verder te lezen, want voor je het weet staat er iets wat de unieke ervaring van het eerste lezen van een nieuw boek bederft.


 Einde waarschuwing.


... daarna duurt het niet lang eer er (weer) iemand in het dorp overlijdt. Zo luidt althans de mare op het achterplat (dat op mijn e-versie ontbreekt, maar flaptekst is een genre dat z'n weg wel weet te vinden op het internet), en zo zeggen ook de recensenten. Ik wist het. En het staat ook in het boek zelf, hoor. Maar dan...

... dan begint er een uitweiding, een afdwaling, of beter nog: een hele reeks uitweidingen en afdwalingen in de vorm van een warrelende introductie van allerlei personages, de moeder van Louise, haar vader die steeds op reis is in de wereld (hij raadt anderen ook aan meer wereld in hun leven toe te laten), de opticien, de boekhandelaar, de nieuwe eigenaar van de ijssalon, en zo verder.

Als alle personages, stuk voor stuk onder de indruk van het gegeven dat oma weer van een okapi heeft gedroomd, een okapi die ergens in de buurt van het Westwalder provinciedorpje op een veld bij het bos staat, geïntroduceerd zijn, op zo'n wijze dat je niet meer weet dat het hun introductie was, overlijdt er iemand, toch nog onverwacht, en op een zeer sneu moment, of beter: op een moment waardoor dat abrupte overlijden echt sneu is, zowel voor wie het betreft als, en dat vooral, voor wie achterblijven (maar dat is meestal het geval).

Maar goed, uitweiden over de handeling is niet van belang, eigenlijk. De lol van het boek zit in de formuleringen, de schijnbaar oppervlakkige en alledaagse formuleringen en de herhalingen van zowel de formuleringen als de handelingen, die vaak ook nogal alledaags zijn; en ook in de melancholie die aan alles verknoopt is, zit het mooie van dit boek, en de onmogelijkheid om het leven werkelijk te doorzien, die ermee ten toon wordt gesteld, aan het licht wordt gebracht, gedemonstreerd wordt.

De titel van de roman wijst, kortom, niet op overzicht, inzicht door distantie, maar veeleer op 's mensen beperking het leven te doorgronden. Maar dat klinkt veel zwaarder dan het boek is. Het thema is heel okapisch. De okapi is het laatst ontdekte grote landzoogdier, of, zoals de titel van het tweede hoofdstuk luidt: 'Ein bislang unentdecktes Landsäugetier'. Volgens wikipedia kreeg het pas in 1901 een officiële wetenschappelijke naam. Onvoorstelbaar, dat zo'n maf beest zo lang over het hoofd is gezien. Dat dus. Zo is dit boek.