zondag 15 september 2013

Elvis Peeters, Dinsdag

3e dr. Amsterdam: Podium, 2012 (1e dr. 2012). Bibliotheekexemplaar. Paperback, 171 bladzijden, waarvan ik er met moeite 100 gelezen heb.

Memoires van een zielloze hufter, zou de ondertitel kunnen zijn van dit in een mengeling van eerste- en derdepersoonsvertelling in elkaar getimmerde boek, waarbij het van nul waarde is dat het grammaticale onderscheid gemaakt wordt: of nu het personage het woord krijgt of de vertelinstantie het houdt, het zijn hoe dan ook korte, onopgesmukte, zouteloze zinnen, veelal in rechte schikking, of een vijftienjarige ze heeft genoteerd. Eerder las ik Wij van dezelfde schrijver (ook dat geschreven in samenwerking met Nicole Van Bael, meen ik), waarin ook al gortdroog de meest walgelijke perversies werden opgedist. In dit geval ben ik niet lang na de eerste verkrachting gestopt met lezen.

Meer moet ik er dan eigenlijk niet over zeggen, maar ik had mezelf nu eenmaal als huiswerk opgegeven de gehele kortlijst van de Libris Literatuurprijs 2013 te lezen. En dan moet ik er iets van vinden. Helaas werd mijn huiswerk dus strafwerk. Toch even nagaan hoe de smaakmakers erover denken. In het rapport van de Libris-jury lees ik onder meer dit:

Dat de lezer mededogen kan voelen met een kleurloze everyman, ook na met afschuw en walging van zijn verleden kennis te hebben genomen, getuigt van het superieure schrijverschap van Elvis Peeters, of beter gezegd van het schrijversduo Jos Verlooy en Nicole van Bael, die zonder moreel oordeel te vellen op unieke wijze een veelomvattende geschiedenis hebben vorm gegeven.
Het bedoelt dat de hoofdfiguur in zijn rol als memoreerder op gevorderde leeftijd een kleurloze oude man is in zijn sociale omgeving, die gras snijdt om zijn pannendak mee te isoleren. Kleurloos was dat leven niet, want hij heeft de ene ongemotiveerde rottigheid na de andere uitgehaald. Als je je over de weerzin die dat wekt heen kan zetten, kan je de roman categoriseren als een schelmenroman. Maar dat ik mededogen zou voelen voor zo'n hufter...

Ik laat me door die jury niet in dat pak naaien. Dan hadden die Verlooy en Van Bael toch echt meer stilistische vaardigheden moeten inzetten, meer diepte in deze oppervlakkige vertelling moeten aanbrengen (en een beetje heen en weerhippen tussen toen en nu noem ik nog geen verdieping). En de kunst om allerlei troep zonder moreel oordeel op te dissen, dat is niet meer dan een kunstje. De kunst is een lezer te onthutsen, en daar is enige subtiele vertelkracht voor nodig, lijkt me.

Op het exemplaar dat ik niet uitlas, zit een stickertje dat aangeeft dat de Volkskrant dit boek 'Magistraal' noemt. Ik ben benieuwd uit welke context dat oordeel getrokken is.

Ah, kijk, uit de lead boven de recensie van Daniƫlle Serdijn (10-03-2012):

Elvis Peeters schreef een magistrale pendant van David Van Reybroucks Congo. 'We mogen er wel een paar neerleggen, we hebben ook leven geschoten in hun vrouwen.'
Tsja, daar zweeg de spreker stil: Congo las ik niet. Nochtans vind ik de kwalificatie 'magistraal' niet van toepassing op deze roman. Het is verteltechnisch, thematisch, stilistisch niet het schitterende werk van een meester in het vak, het is een mat, schijnbaar gemakzuchtig in elkaar getimmerd dingetje waar de burger lekker van mag gruwen omdat hij beseft dat er veel waars in schuilt. Maar zo'n gruwelijke waarheid moet je wel weten waar te maken in een echte roman.

Geen opmerkingen: