zondag 24 april 2022

Julian Barnes, Elizabeth Finch

 

Vintage, 2022. Ebook.

In zijn recensie van Elizabeth Finch (de vertaling door Ronald Vlek, uitgegeven door Atlas Contact) schrijft Joost de Vries in De groene Amsterdammer (jrg. 146, nr 16 – 21 april 2022 –, p. 62-63) dat Barnes, toen hij op 34-jarige leeftijd debuteerde met Metroland (1980), 'al het perspectief vond dat hem het meest nabij lag: die [sic] van de oudere, comfortabele mens, terugblikkend met een lichte melancholie, maar ook genoeg charme en zelfspot dat [sic] die melancholie nooit heel zwaar trekt.' En zo'n type is ook weer de vertellende hoofdfiguur Neil in deze roman, ook al stelt de titel ervan iemand anders in het licht, de docente wier cursus Culture and Civilisation hij op latere leeftijd volgt, de docente van wie hij zo onder de indruk is dat hij wel verliefd lijkt.

Tientallen jaren van afstandelijke vriendschap later, na haar onverwachte dood, krijgt Neil de beschikking over Finchs persoonlijke notities, en besluit hij een eerbetoon aan haar te schrijven. Dat wordt een enorm tractaat over, Julian the Apostate (Julianus de Afvallige, over wie Marcellus Emants in 1874 een drama in vijf bedrijven publiceerde), barstend van de citaten uit de geleerde notities van Finch. Dat stuk beslaat het tweede van de drie delen waaruit de roman bestaat. De Vries parafraseert een Britse criticus die noteerde dat je als schrijver wel veel zelfvertrouwen moet hebben 'om zo'n meanderende, taaie lap tekst in je roman op te nemen.'

In deel drie, voeg ik eraan toe, blijft Neil doordruppelen over die vierde-eeuwse Romeinse keizer die van het pad van het christendom naar het klassieke veelgodendom probeerde terug te keren; denk ik. Misschien kwam er nog iets hoog-interessants... De Vries stipt er niet iets van aan, en ik heb het niet gezien omdat ik deed wat ik nog niet eerder hoefde: een roman van Julian Barnes voortijdig, tot op het bot verveeld en zwaar teleurgesteld, dichtklappen (althans, m'n e-lezer met deze roman erin). Goed geschreven, hoor, al die zinnen, laat dat maar aan Barnes over, maar meer dan bloedeloos vervelend het verhaal. Volgens De Vries – die nogal moeite heeft met vlot formuleren – 'lijkt Elizabeth Finch [...] een boek geworden dat [Barnes] vooral voor zichzelf lijkt te hebben geschreven, en minder voor de lezer.' 

Zo kan je het ook zeggen: een roman van een goede schrijver blijft een roman van een goede schrijver, ook als je het eigenlijk helemaal geen goede roman vindt.

Geen opmerkingen: