Eigenlijk hoort dit leesverslag niet hier, want, nee, echt grote 'Klasse!' vind ik deze roman niet. Ik had me er wel op verheugd, na Spieltrieb en Ons soort mensen. Daarna verscheen nog Leere Herzen, maar de recensies daarvan, althans van Lege harten, waren niet bepaald florissant. Die lectuur sloeg ik dus over.
Maar toen zag ik, onlangs, op de boekenmarkt van het ILFU, opeens deze nog nieuwere roman liggen, en kon hem daar niet laten. Mooi boek. Wel vreemd dat er nu op de tafel waaraan ik dit tik, ook een boek ligt dat veertig bladzijden meer omvat maar even dik is. Ik vrees dat Neujahr materieel een beetje gepimpt is. Met opdikkend esparto-papier, of iets dergelijks. En inhoudelijk met exuberant uitgedijde, breed uitgewalste descripties van heftige, al dan niet ingebeelde ervaringen van personages die onder de indruk van iets zijn.
Nu zijn er romans die gebruikmaken van bijvoorbeeld heel lange, uitgebreide, zeer dun over zeer veel pagina's uitgesmeerde beschrijvingen om de lezer mee te sleuren in de hallucinaire staat van zijn van het dienstdoende focaliserende of vertellende hoofdpersonage. Daarmee wordt het lezen van een dergelijke roman tevens een soort theatrale of schier fysieke ervaring. Als je je er als lezer aan kunt overgeven - en niet botweg doorbladert naar de eerstvolgende witregel - krijgt het lezen van zo'n roman een extra dimensie. Iets dergelijks gold wat mij betreft voor onder andere Solar Bones.
Maar met het lezen van Neujahr had ik meer moeite dan een bijzondere leeservaring. Dat komt misschien mede doordat het verhaal eerst verteld wordt met de focalisatie van een volwassen, in crisis verkerende man, en daarna met de focalisatie van diezelfde man toen hij nog maar een - wat zou het zijn - vijfjarig jongetje was; en daarna weer door de volwassen Henning, die dan opeens alles snapt wat hij eerder maar niet begreep. Enfin, een heel psychologisch verhaal. Eind goed, al goed.
Nou ben ik al geen groot fan van verhalen met een perspectief van een kind (ik vind het te gemakzuchtig wanneer een volwassen schrijver voor volwassen lezers quasi gaat zitten doen of de wereld nog te ingewikkeld is om te begrijpen - ik vind dat sinds Het bittere kruid moeilijk te verteren, alleen Werther Nieland kon ermee door, maar dat is dan ook zo ontzettend ironisch), maar dit kinderlijke geneuzel over "Oooh, wat zou er nu toch aan de hand zijn?", en: "Wat doet die vreemde blote meneer daar bovenop mama???" vind ik echt bijzonder langweilig.
Omdat Zeh het schreef, heb ik toch alles gelezen. Neujahr is het verhaal van een echtgenoot, vader en professional in crisis; via hem gaat dit verhaal ook over angst en waarneming. Onder invloed van angst (of stress - is er verschil?) gaat een mens zijn werkelijkheid onhelder, vertekend waarnemen, dingen zien die er niet zijn of ze verkeerd interpreteren. Hoofdpersoon Henning is al piekerend zover geraakt dat hij besluit dat hij zijn leven moet verbeteren: zijn vrouw zou hij meer moeten knuffelen, zijn kinderen zou hij (deeltijd-werker en -vader) meer aandacht moeten geven, en hij zou meer moeten sporten.
Hij begint zijn verbetering met dat laatste, op 1 januari 2018. Onvoorbereid stapt hij op een ongeschikte huurfiets om een vulkanische bergtop te bereiken. Het wordt een wielermarteling, doorregen met persoonlijke reflecties en herinneringen. Eenmaal boven - en dat duurt heel lang eer het zo ver is - belandt hij in een paradijselijke situatie, die hij lijkt te herkennen. Maar hij wordt al snel weer uit dat paradijs gekeild doordat hij iets raars doet. Hij weet niet waardoor.
En dan begint het derde deel van deze roman, het verhaal over Henning als jochie van een jaar of vijf, en zijn tweejarig zusje; ze worden op een dag door hun ouders, die toen nog samen waren, aan hun lot overgelaten, en dat leidt tot een steeds grotere paniek. Het is een eindeloos wanhopig verhaal vol angst en onzinnige vlagen van ongegronde hoop. Het zomerhuis op Lanzarote wordt een smerige puinzooi. In het vierde deel wordt alles duidelijk, heel expliciet.
Neujahr gaat niet alleen over waarnemingen die worden vertekend door angsten uit het verleden; uiteindelijk gaat het boek ook over de misvormende (latere) ervaringen ten gevolge van (vroeger) niet onderkende of erkende reële gevaren of angsten. Interessant als je van een psychologische roman houdt, maar het is erg jammer dat de spiegelingen tussen vroeger en nu (Henning was in zijn jeugd, anders dan hij zeker dacht te weten, al wel eens op Lanzarote geweest) er zo duimendik bovenop liggen; jammer ook dat heel erg lang oningevuld blijft wat voor engs zich ooit precies heeft afgespeeld op die ene enge plek in dat zomerhuis, waarna het meerdere keren onthuld wordt.
Zeker het eerste gedeelte, die langdurige bergbestijging, is best goed te pruimen (ook al is zo'n tocht als metafoor voor een poging tot inzicht op zijn minst zo oud als de weg naar de top van de Drachenfels, en ook al is de timing ervan - nieuwjaarsdag - niet bijster overdonderend origineel), maar dat geneuzel van dat jochie is hemeltergend lang van draad - hoewel toch ook een goede weergave van des jongetjes wanhoop - je ontkomt er niet aan begrijpend te knikken bij de rotzooi die hij van zijn ongelukkige situatie weet te brouwen...
Roem van de auteur en verwachting van de lezer op basis van eerdere lectuur beïnvloeden de graad of de aard van het oordeel, kennelijk.
Hij begint zijn verbetering met dat laatste, op 1 januari 2018. Onvoorbereid stapt hij op een ongeschikte huurfiets om een vulkanische bergtop te bereiken. Het wordt een wielermarteling, doorregen met persoonlijke reflecties en herinneringen. Eenmaal boven - en dat duurt heel lang eer het zo ver is - belandt hij in een paradijselijke situatie, die hij lijkt te herkennen. Maar hij wordt al snel weer uit dat paradijs gekeild doordat hij iets raars doet. Hij weet niet waardoor.
En dan begint het derde deel van deze roman, het verhaal over Henning als jochie van een jaar of vijf, en zijn tweejarig zusje; ze worden op een dag door hun ouders, die toen nog samen waren, aan hun lot overgelaten, en dat leidt tot een steeds grotere paniek. Het is een eindeloos wanhopig verhaal vol angst en onzinnige vlagen van ongegronde hoop. Het zomerhuis op Lanzarote wordt een smerige puinzooi. In het vierde deel wordt alles duidelijk, heel expliciet.
Neujahr gaat niet alleen over waarnemingen die worden vertekend door angsten uit het verleden; uiteindelijk gaat het boek ook over de misvormende (latere) ervaringen ten gevolge van (vroeger) niet onderkende of erkende reële gevaren of angsten. Interessant als je van een psychologische roman houdt, maar het is erg jammer dat de spiegelingen tussen vroeger en nu (Henning was in zijn jeugd, anders dan hij zeker dacht te weten, al wel eens op Lanzarote geweest) er zo duimendik bovenop liggen; jammer ook dat heel erg lang oningevuld blijft wat voor engs zich ooit precies heeft afgespeeld op die ene enge plek in dat zomerhuis, waarna het meerdere keren onthuld wordt.
Zeker het eerste gedeelte, die langdurige bergbestijging, is best goed te pruimen (ook al is zo'n tocht als metafoor voor een poging tot inzicht op zijn minst zo oud als de weg naar de top van de Drachenfels, en ook al is de timing ervan - nieuwjaarsdag - niet bijster overdonderend origineel), maar dat geneuzel van dat jochie is hemeltergend lang van draad - hoewel toch ook een goede weergave van des jongetjes wanhoop - je ontkomt er niet aan begrijpend te knikken bij de rotzooi die hij van zijn ongelukkige situatie weet te brouwen...
Roem van de auteur en verwachting van de lezer op basis van eerdere lectuur beïnvloeden de graad of de aard van het oordeel, kennelijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten