woensdag 20 oktober 2021

Juli Zeh, Über Menschen

Roman. E-Buch. Luchterhand Literaturverlag, München, 2021.

Een nadeel van het lezen per e-lezer is dat het aantal bladzijden in/op zo'n apparaat volkomen nietszeggend is. Dat verstoort de leeservaring van een van origine  papieren lezer zoals ik nogal danig, om maar eens voorzichtig te alluderen op een cliché van Oehoeboeroe, de wijze vriend van Paulus de Boskabouter. Ik wist dat dit boek niet dun was (ik had het al gesignaleerd in de boekhandel) maar keek toch wel op van de 999 bladzijden die ik voor de boeg bleek te hebben toen ik begon te lezen. Gelukkig was er de verrassing dat het verhaal na 905 bladzijden al af was. De rest was reclame voor ander werk van Zeh, inclusief de nodige Leseproben.

De verrassing van het einde was er niet helemaal een van de prettige soort. Dat het boek domweg eindigt met de begrafenis van de ene hoofdpersoon, bijgewoond door de andere, vergezeld door al haar medepersonages, bracht een zegswijze met een koude kermis in mijn gedachten. Tegelijkertijd had ik het tegen die tijd wel gehad met deze roman.

Niet dat het onderwerp, de thematiek oninteressant is, niet dat Zeh niet geweldig goed schrijft (qua stijl, taalbeheersing, afwisseling van zinstructuren, variatie van luchtigheid en ernst), niet dat de relatie van deze roman met zowel Unterleuten als Corpus delicti niet heel prikkelend is, maar de verhaalstructuur en de grote verhaaldraad zijn toch wel een beetje van de flauwe, om dan ook Klukkluk maar te parafraseren. 

In verschillende Duitse recensies zag ik vergelijkingen met de structuur van een televisieserie. Het toeval wil dat ik al een hele tijd naar Downton Abbey kijk, terwijl het verhaal me al lang niet meer boeit, als dat er al is: het rammelt maar door van voorval naar voorval, personages kunnen dood als dat beter uitkomt, of langer leven als dat handiger is. Inderdaad, precies, of laat ik voorzichtig zijn: zo'n beetje de makke van deze roman, met vijftig chronologisch geordende hoofdstukken, ook. Ze is meer vermaak, maar wel goed vermaak, dan echt boeiend, intrigerend, tot nadenken stemmend.

Kortom: een goede roman (de samenvatting staat ergens in de krant, achterop het boek, op internet), maar niet de beste van Zeh. Maar ze kan natuurlijk ook niet steeds opnieuw de beste schrijven. Ik koop de volgende zodra die er is.

Om toch iets over de inhoud te zeggen: hoofdpersoon is Dora, werkzaam bij een verantwoord reclamebureau samenwonend in Berlijn met iemand die verslingerd raakt aan gezondheidskolder zodra de pandemische pleuris anno 2020 uitbreekt, kapt met haar stadse leven en trekt naar een dorpje op het platteland en valt daar niet met haar neus in de idyllische boter die ze er stiekem toch verwacht had, maar struikelt er over het rechtse- tot extreemrechtse en viruswaanzinnige denkwerk van haar dorpsgenoten, niet in de laatste plaats van buurman Gote, die zich aan haar voorstelt als de dorps-nazi.

Hoewel de man voor een fors geweldsmisdrijf heeft gezeten, blijkt hij toch ook zo verrot weer niet als een stereotype zou vereisen; zijn dochtertje Franzi is al helemaal een verbinding tussen Dora en Gote, zodat zich gaandeweg een soort gezinsstructuur ontwikkelt. Dan blijkt Gote een tumor in zijn kop te hebben.

Een beetje al te melodramatisch is het verhaal misschien toch wel, ook al gaat het over individualiteit en gemeenschap.


Geen opmerkingen: