woensdag 21 oktober 2020

Op het land

Aangemoedigd door berichtgeving over de roman – eerst al positieve recensies, toen ook nog een omvangrijke verkoop, niet in de laatste plaats de grote internationale prijs voor de Engelse vertaling ervan – begon ik aan De avond is ongemak (2018), het romandebuut van Marieke Lucas Rijneveld, van wie inmiddels een tweede roman op komst is. Tegen mijn gewoonte in heb ik (de digitale versie van) het boek niet gekocht, maar geleend bij de biep, de gemeentebiep van Utrecht, waarvan ik de nieuwe behuizing nu nog steeds niet van binnen heb gezien. Ik leende het boek omdat ik toch niet echt overtuigd was dat het helemaal in mijn smaakkader zou passen: verhalen over getourmenteerde gristelijke plattelandsjongeren staan niet hoog in mijn aanzien. Maar je moet soms wat proberen.

De eerste zin stond er wel goed: -->

Maar ze bevat ook een ernstige aanleiding voor mijn afwijzing: het kinderperspectief. Het geleuter van een post-kleuter. En de interventie van de oh oh oh zo wrede buitenwereld in het enigszins stereotiepe, rurale kinderparadijs.

De bijl is eigenlijk al tussen mijn aandacht en het boek gevallen met die eerste zin. Dat gekleuter zie je aan dat verongelijkte gedrag: die jas gaat niet meer uit. Pippi Långstrump (1945) maar dan anders. Daar zit ik als volwassen lezer niet echt meer op te wachten, tenzij ik mijn kleinkind iets wil voorlezen, hoewel ik dan ook nog niet ga grabbelen in die christelijke gribus  van gekte, dood en dierenleed.

Het verhaal is een langgerekte saucijs van alledaagse gebeurtenissen en -nisjes met associatieve zij- of tussensprongetjes: bij alles wat haar overkomt en waar ze de moeite voor neemt erover te vertellen, moet Jas (zo schijnt de vertelster te heten) steeds ook aan iets anders denken. Dat schiet niet op. Stilistisch heeft de vertelling mijns inziens niet veel om het lijf; dat kan prettig zijn, die onnadrukkelijkheid, maar dan moet er wel wat aan de orde komen. En De-Ongenadige-Dood-Van-Het-Broertje is inderdaad Erg, maar van het vertellen van iets Heel Ergs wordt een roman nog niet intrigerend.

Hoe dan ook, Jas moet op een gegeven moment haar vader even helpen en gaat met hem mee, op de tractor. Ze bereidt zich er goed op voor: -->

Je ziet: die jas gaat inderdaad niet uit; de overall gaat eroverheen! Wat een eigenwijze schalk, die Jas!

Heel goed voorbereid was ze niet. Twee bladzijden verder (op mijn telefoon) krijgt ze op die tractor hoge nood. Ze moet poepen. Vader, toch de rotste niet, last een sanitaire stop in. Jas gaat: -->


Krijg nou wieltjes: heeft ze in de kleine tussentijd kans gezien om haar overall uit te trekken en daarna haar jas, om vervolgens haar overall weer aan te trekken en daaroverheen de – toch niet zo onafscheidelijke – jas, en dat allemaal op die over het land hobbelende trekker?

Het was heus niet Jas' diarree die mijn emmer deed overlopen. Ik heb nog zeker negentien procent in het boek verder gelezen, maar bij 31% hield ik het geheel wel voor gezien.
Inmiddels heb ik bijna The Long Dry (2006) uit. Dat is een prachtige, heuvelachtige, stilistisch verstilde, inhoudelijk niet van existentiële woelingen verstoken roman van Cynan Jones ("A potent, prize-winning novel of rural life and familial loss"). Dat is mijn aanrader van de maand!

En voor wie niet meteen een hele roman wil: lees The Fart (2012) van dezelfde schrijver; heel  erg kort en stukken luchtiger.






 

Geen opmerkingen: