Dit is zo'n roman, meer een novelle, die ik onmiddellijk herlas. Adembenemend, en daardoor heb ik wellicht de eerste keer, achteraf bezien, iets te snel gelezen. Ik noteerde alvast wel de vage associaties die door m'n hoofd schoten: Boven is het stil en The Road – van Bakker, respectievelijk McCarthy – om maar eens twee extremen te noemen. En Solar Bones van McCormack, niet te vergeten. Misschien ook De vlaschaard van Streuvels.
Kortom: een roman met een schijnbaar zeer eenvoudig verhaal, maar dan wel een vertelling die gaandeweg veel meer blijkt te omvatten dan alleen de lotgevalletjes van individuutjes.
De centrale verhaaldraad is op zijn zachtst gezegd erg eenvoudig: een man, Gareth, gaat zijn koe zoeken die, drachtig en al, op stap is gegaan, verdwenen. En het is al weken lang heel erg warm. En al even lang bijzonder droog. Ergens wordt geopperd dat er een geomagnetische storm is geweest; ook de duiven zijn het spoor bijster.
De centrale figuur is Gareth, maar er wordt ook verteld vanuit de focalisatie van bijvoorbeeld zijn vrouw, zijn zoon en zijn dochter... het valt me op dat ik de 'andere' personages aldus benoem en niet de verhouding omkeer en zeg dat Gareth de man is van... ehhh... Kate, de vader is van... de zoon (hoe hij heet, weet ik niet meer; hij is minder belangrijk, en wat hij vooral doet is: weggaan, niet thuis willen zijn; dus een beetje zoals die koe, wellicht) en van het dochtertje dat Emmy heet. Hoe dan ook: van deze andere personages krijgen we eveneens de visie op (delen van) het gebeurde gepresenteerd, en ook die van de veearts en zelfs die van de koe, die is weggelopen. Dat laatste is opmerkelijk omdat het verhaal niets heeft te maken met surrealisme of een sprookje. Het is juist heel aards en realistisch.
Passend bij het realisme is ook de rol en de aard van de verteller of vertelinstantie. Dat is namelijk zo'n boven het geheel zwevende, alwetende, de lezer expliciet sturende, extradiëgetische, anonieme verteller die zo nauw is betrokken bij het gebeuren en de personages dat je er al snel toe overgaat te denken dat eigenlijk toch de hoofdpersoon de verteller is. Dat kan echter niet het geval zijn, omdat de verteller iets weet over Gareth wat die zelf niet weet. Een uiterst precair verschil in kennis waar de lezer mee wordt opgezadeld.
Het centrale gebeuren beslaat niet meer dan een dag; maar het totaal van de vertelde tijd beslaat bijna een mensenleven, voor sommige personages zelfs ruimschoots. Dat draagt eraan bij dat deze korte roman (op papier een kleine honderd bladzijden), dat deze novelle toch epische proporties krijgt. Gaande weg wordt duidelijk dat Gareth onbewust iets uit de weg gaat door achter die koe aan te gaan, terwijl hij toch ook weet dat hem iets uitzonderlijk dwars zit; koezoekend denkt hij daar veel over na. Die koe mag ver weg zijn, maar de afstand tussen Gareth en Kate, die het huis niet uit komt, is veel groter geworden dan zij beiden wensen, of durfden te vrezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten