maandag 1 juni 2015

Auke van der Woud, De nieuwe mens

De culturele revolutie in Nederland rond 1900. Amsterdam, Prometheus-Bert Bakker 2015. Gebrocheerde hardcover van 351 bladzijden, inclusief Noten, Bibliografie, Illustratieverantwoording, Personenregister en Zakenregister. Lekkere grote, mooie letter, en het boek blijft goed open liggen (openliggen?).

Van der Woud wandelt weer, deskundig opmerkend en toelichtend, over het hem welbekende terrein van het (laat-) negentiende-eeuwse Nederland, waarbij Amsterdam zich op ik weet niet welke wijze steeds weer op de voorgrond weet te bevinden. Maar anders dan de twee boeken die ik eerder van hem las, Een nieuwe wereld (2006) en Koninkrijk vol sloppen (2010) waagt Van der Woud zich nu meer aan duiding en speculatie dan aan registratie, calculatie en samenhangende beschrijving van allerhande gegevens betreffende de mens, de omgeving en de techniek.

In De nieuwe mens plaatst hij allerlei ontwikkelingen in de negentiende en de vroege twintigste eeuw in het licht van een diepe cultuurverandering, of zelfs een cultuuromslag van - moge ik het zo goed verwoorden - een samenleving die geworteld is in en elitair, idealistisch en burgerlijk verlichtingsdenken naar een zich voortdurend sterker vestigende massale samenleving vol materialistisch, veelvormig, pragmatisch en positivistisch denken.

Het aardige vind ik dat Van der Woud onomwonden aangeeft dat hij er nog niet helemaal uit is, hoe hij die enorm veelvormige hoeveelheid ontwikkelingen precies moet duiden; hij geeft meer een richting aan waar 'het' zijns inziens te vinden zal zijn dan dat hij met een klip en klaar nieuw concept aan komt dragen. Hij laat evenwel duidelijk blijken dat hij het niet eens is met de typering van dezelfde tijd die Jan Bank en Maarten van Buuren in 2000 gaven: 1900. Hoogtij van burgerlijke cultuur. 'De burgerlijke cultuur van de late negentiende eeuw was rond 1900 al een mythe', stelt Van der Woud.

Opmerkelijk dat onlangs bij Lemniscaat een nieuwe vertaling verscheen van het beroemde boek van José Ortega y Gasset, La rebelión de las masas uit 1929. De titel daarvan luidde tot nu toe in de Nederlandse vertaling van J. Brouwer:De opstand der horden, maar sinds kort is dat, in de vertaling van Diederik Boomsma: De opstand van de massamens. Dat klinkt anders, meer letterlijk, minder verwerpend, hoewel Gassets visie door Van der Woud wordt samengevat als: 'een alarmerende waarschuwing dat het Westen in chaos zou verzinken omdat het gepeupel de macht ging grijpen.' Gassets boek getuigt van een ouderwets soort ongenoegen van iemand die de boel bekeek vanuit een inmiddels gedateerd perspectief. Van der Woud weet daar mooi een (ander) licht op te werpen.

Geen opmerkingen: