Maar vergis je niet. Ankers vorige roman, Oorlogshond (2011), telt 334 pagina's, maar is uit een kleinere letter gezet, maar Schuim is van een groter formaat. Oorlogshond meet van buiten, net als de eerdere romans (bij benadering, ik heb ze niet allemaal langs de liniaal gehouden), 135 x 215 mm, Schuim meet 155 x 235 mm. De zetspiegel van Oorlogshond meet 99 x 173 mm, die van Schuim 110 x 182 mm, met 37 respectievelijk 35 regels per bladzijde.
Allemaal onzin. Ik schrijf dit alleen maar op omdat ik niet weet wat ik over Schuim moet zeggen, doordat ik de roman net uit heb en heel erg fraai vind. Nou vooruit. Schuim, geen asch, dit boek. Zo vitalistisch als Marsman op zijn beste momenten. Pure levensdrift en levensnood ook, in een klaterende liefdesroman, met drie à vier dragende personages: een onaangename havenbaron, zijn dochter die wereldberoemd violiste is, en de geliefde van de dochter, een dominee die niet (meer) gelooft dat God bestaat en schaakvriend van de vader is. Inderdaad: de zakenman, de kunstenaar en de intellectueel/filosoof. En gaandeweg wordt duidelijk dat de bedrogen echtgenote van de dominee ook zeer belangrijk is in deze verbeelding van de onkenbare veelvormigheid van de liefde.
Een liefdesroman. Achterop het boek staat onder meer: 'Het drama dat zich ontwikkelt sleept de lezer in een even heftige als ontroerende ontwikkelingen mee naar een slot dat in zijn onverwachte sereniteit zijn weerga niet kent.' Alle kans op drakerigheid. En niet ten onrechte wordt de roman in de lovende kritieken die ik las, een melodrama genoemd. Heftig, zou je er ook over kunnen zeggen. Liefde, roem, existentiële twijfel, seks, kapitalisme, overspel, rijkdom, dwarslaesie, zelfmoord, zinledigheid, muziek en veel denkwerk over het leven en de liefde en idem zo veel gesprekken.
Ik vond het een feest, het lezen van deze roman waarin Anker vol op het orgel gaat in alles waar hij als romancier goed in is: enthousiasmerende, bezielende beschrijvingen van muziek, van mensen (onder andere een eclatante, schier onberedeneerde, razende en tierende godverende woedeuitval van de violiste), van hun denkbereik, van gesprekken, van elementen uit de hedendaagse werkelijkheid ingepast in een fictionele wereld, enorme variaties in verteltempo, sprongen in de tijd, schakelingen van monologues intérieurs naar die bekende bemoeizuchtige, commentariërende vertellersstem (al is die laatste in deze roman danig beteugeld), soms opeens uit- en doorschietend in een bladzijdenlange zin. En bij al die branie toch diepe aandacht/Andacht.
Een daverende verbeelding van een uit ander werk van Anker wel al gekend, voortdurend denkwerk over hoe in het leven te staan, denkwerk dat niet in een eenduidig antwoord uitmondt maar steeds in beweging is, over 'er zijn', aanwezigheid en over wat liefde is of kan zijn. Kunst, schreef Anker op 15 februari 2014 in de NRC, is de ervaring van een dringende aanwezigheid van het vreemde. Dat heeft hij opnieuw bereikt met deze roman.
Een mooi interview met Robert Anker over Schuim, door Lex Bohlmeijer voor De correspondent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten