donderdag 23 maart 2023

Sacha Bronwasser, Luister

E-versie. Amsterdam, Ambo | Anthos, 2023.

Je zou de ware aard van dit boek miskennen als je het zou classificeren als een coming of age-roman. Toch is volwassenwording ook weer geen bijzaak: het kernverhaal gaat over de vertelster, Marie, een jonge vrouw, net van school en begonnen met een vervolgopleiding fotografie, onwennig op de drempel tussen adolescentie en volwassenheid. Maar dat verhaal is diep ingebed in de vertelling van de inmiddels volwassen en autonome Marie, die terugblikt op een fase van haar ontwikkeling in een periode die dan al zo'n drie decennia achter de rug is; daardoor ontstaat een belangrijke andere dimensie in deze roman. In die coming of age-periode is er iets fundamenteel misgegaan, maar op het moment zelf had Marie dat niet door. De ander, door wie het misging, daarentegen was zich welbewust van haar machtsmisbruik, maar voelde zich verschoond door het artistieke doel dat ze nastreefde. Je kan deze roman dus misschien beter, of: daarnaast, typeren als een verbeelding van de actuele thematiek van machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag, en van de bewustwording daarvan door het personage/ de vertelster Marie.

De machtige, de zwaan, in deze roman is Flo, de docente aan een foto-academie te A. die Marie, het tien jaar jongere kuiken, en haar medestudenten destijds heeft onderricht in 'wat aan registratie voorafgaat'. Hoewel in het verhaal de fotografie centraal staat, heeft de achterliggende theorie een wijder bereik: 'Wie ziet kan vertellen. En wie vertelt legt vast. We hebben de taal nodig om onze ogen te helpen.' Dat is de wijsheid die al in het introducerende hoofdstuk uit de doeken wordt gedaan, en die (dus) ook wat zegt over deze roman zelf.

Je zou het verhaal van Marie kunnen zien als een late, ultieme poging om het relaas van haar eigen ontwikkeling tot wie ze nu, als vertelster, is in eigen handen te krijgen, zich toe te eigenen door het, nee, niet op schrift te stellen – hoewel ze dat nadrukkelijk ook doet – maar vooral door het te vertellen, in te spreken, om het op die manier te kunnen delen met haar oud-docente Flo.

Op dit punt gekomen, zou ik het liefst noteren: ga nu zelf deze roman lezen. Ga zelf meeluisteren naar Marie; zij leidt je door haar geschiedenis, zij toont je haar perceptie. Ik wil de lezer niet afleiden met mijn visie en mijn ontdekkingen; spoilers liggen op de loer.

Het is een complexe roman, verdeeld in vijf bedrijven, gesitueerd tussen 1986 en 2015, waarin naast Marie en Flo ook de Parijzenaar Philippe een belangrijke rol speelt (nee, niet wat je denkt). Het is gelukkig niet een roman die moeilijk doet, sluiers weeft, opzettelijk informatie achterhoudt of kunstmatig een quasi-juveniel perspectief hanteert. Het is een roman waarin iemand uit zelfbehoud de warrige draad van een complexe ontwikkeling ont-wikkelt, terugzoekt en verheldert, nauwgezet, scrupuleus. Aan het eind van de intro spreekt Marie tot Flo: 

Onze geschiedenis was een steentje in mijn schoen dat ik negeerde, maar toen ik het tevoorschijn had gehaald, kreeg ik het niet meer teruggeduwd. Je zult er even de tijd voor moeten nemen.

Luister.

Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Maar dan moet je er wel je oren voor openzetten. Ik had dat niet goed genoeg gedaan, en heb daarom de roman twee keer achter elkaar gelezen. Het verhaal was ook bij tweede lezing heel intrigerend, en ik denk dat het de derde keer niet minder zal zijn.

Het taalgebruik is niet uitbundig, eerder onopvallend en stevig registrerend, maar her en der zijn er wel fraaie zinnen, formuleringen en vergelijkingen in verwerkt. Opeens bijvoorbeeld een klankrijke vijfvoetige amfibrachys: 'Laurence verbloemde haar karige jeugd in Compiègne'. Soms een breed uitgemeten vergelijking zoals wanneer in Philippe een oude angst weer de kop opsteekt:

De angst. Als een geduldige hond die buiten de supermarkt op zijn baas heeft zitten wachten, ook al deed die dit keer drie jaar over de boodschappen.

Over diezelfde Philippe, een zeer intrigerend personage:

Hij moet luisteren, er is geen andere optie, hij moet luisteren, hij kan de koers van wat te gebeuren staat niet veranderen, de tijd rimpelt nu als een lap stof die bij elkaar gepakt wordt, alles wat hij kan doen is luisteren om erger te voorkomen.

Door met komma's zelfstandige hoofdzinnen aaneen te kleven maakt Bronwasser hier de névrosité van Philippe voelbaar en hoorbaar.

Daartegenover een uiterst functionele, werkwoordloze opsomming als karakterisering van het decor van Maries kinderjaren:

Jarenzestiguitbreidingswijk, lage flat, ramen met enkele beglazing, gedeelde slaapkamer met rauhfaserbehang, huismerkjam en beklemming aan het einde van de maand.

Je hoeft het niet zelf meegemaakt te hebben, lijkt me, om het te herkennen. Of dat ook het geval is bij de volgende vergelijking, weet ik niet (dan wordt dat maar de huiskamervraag):

Ik zou het gefluister niet hoeven horen dat door de groep ritselt als de pagina's van het telefoonboek die onder een duim wegschieten.

Ik had, naast het geritsel, meteen ook het gewicht, de omvang, het vliesdunne der bladzijden, zelfs de geur weer te pakken van die telecommunicatieve paperback-folianten vroeger thuis op het bureau van mijn vader.

Tot slot wil ik wijzen op het tweemaal gebruiken van een fotoalbum (niet gek in een roman over fotografie) in een vergelijking; maar wie nu nog niet naar de boekhandel of bibliotheek is gerend, zal het niet alsnog gaan doen, dus ik citeer er maar een; die staat in een scène waarin de ouders van Marie bij een artistiekerige fotoboekpresentatie in een boekhandel in de hoofdstad aanwezig zijn:

mijn ouders, die tussen de schutbladen van een van hun drie fotoalbums uit getrokken zijn en hier in dit gezelschap neergeplant zijn, en nu om zich heen blikken, hun glaasje wijn onaangeroerd in hun handen

Het ietwat knullige 'neergeplant' lijkt me daarbij heel leep geleend uit het alledaagse vocabulaire dier ouders. Maar gelukkig worden die ouders niet platgestereotypeerd in een veel te uitgebreide descriptie met komisch bedoelde spreektaalweergave. Bronwasser weet juist heel goed maat te houden; en als ze een (variant op) een stijlfiguur als de praeteritio inzet, ook nog in combinatie met een uitgebreide anafoor, zoals in het derde bedrijf, dan werkt die des te sterker.

Heel mooie roman.

Geen opmerkingen: