woensdag 20 juli 2022

Ali Smith, Companion Piece

Hamish Hamilton, z.p., 2022. Hardback met stofomslag, 227 blz.

Weer ben ik eringestonken: ik begin aan een Smith (nadat ik een wat gewonere roman gelezen heb, een rechtlijniger verhaal) en denk bij een zijspoortje, dat het verhaal strakjes wel weer op de hoofdroute aansluit… mooi van niet: Smith stapt stevig associĆ«rend door op het veronderstelde zijpad. Haar romans zijn zo veel meer dan alleen verhalen; ze zijn ook taalwerkplaatsen voor een schrijfster met een voortdurend afwijkend hoofd. Het kost me steeds weer een hoofdstuk voor ik weer bij haar poĆ«tica ben, maar ondertussen was het leesplezier er niet minder om. De etymoloog in me glundert bij het lezen van Smith.

Leuk is dat de vertelster op pagina 4 noteert: ‘I didn’t care what season it was.’ Als je dan het omslag van deze roman ziet en je hebt haar eraan voorafgaande seizoenencyclus gelezen, weet je dat deze roman er wel en niet bij aansluit. Leuk is ook dat het taalspel weer niet van de lucht is; nu gaat het onder andere over ‘curlew or curfew’, wulp of avondklok (benieuwd wat dat in de vertaling is geworden), een vogel en tijd, misschien metaforisch verbonden door dat ook van de tijd wordt gezegd dat ze (voorbij) vliegt.

Ondertussen in het ziekenhuis gaat het niet goed met de vader van Shifting Sand, zoals een onbekende bekende van de vertelster de vertelster noemt. Maar voor het weer over haar vader gaat, schiet er al een herinnering tussendoor en een gedicht van e.e. cummings. En dat alles in die merkwaardige bladspiegel zonder woordafbrekingen, en met ieder ‘would’ en ‘had’ en ‘should’ na ‘I’ en ‘he’ en ‘she’ teruggesnoeid tot een apostrof plus ‘d’, maar bij elk stukje personagetekst wel een volledige inquitformule.

Een tijdje later

Vakantievoorbereiding, hittegolfje, kortom: al te brokkelige lectuur. Op pagina 197 moet ik concluderen dat ik van meet af aan moet en wil herlezen. Ik ben totaal de weg kwijt in dit boek. Zou misschien een reading companion moeten hebben, maar wil het zelf doen.

Het boek dat ik bestelde voor de vakantie (de tijd dringt) wordt maar niet geleverd... Moet ik dit jaar dan toch De man zonder eigenschappen gaan lezen, van Robert Musil? (ik lees namelijk geen Engels als ik in Duitsland/Oostenrijk ben, en dat ben ik binnenkort; maar ook weer niet zo lang dat ik dat ik DMZE, al is het maar de vertaling, uit kan lezen).

Herlees inmiddels Volledig ontstemde piano (1994) van Robert Anker, die bepaald niet onbekend was met het concept van wat hij dan noemt ‘de lege man’, zoals wel blijkt uit zijn dichtwerken Nieuwe veters (1987) en Goede manieren (1989). Zijn Volledig ontstemde piano-verhalen hebben elk ook van die Smith-achtige narratologische ontsporingen, lijkt het. Wel passend in deze context dat het vijfde verhaal ‘Wilde beelden’ heet (staat integraal op de webstek van Van Oorschot, omdat het in 1993 in Tirade stond).

Het is bijna dertig jaar geleden dat ik de bundel voor het eerst las. Ik meen dat Ankers zijpaden en dwaalwegen iets meer richting surrealisme gaan soms, het psycho-soort van Bordewijk waar ik meestal met een bochtje omheen las – vertel mij wat over de complexiteit van smaak en voorkeuren, gewoontes en favorieten: Anker gaat erin als gesneden koek omdat hij me ik-weet-niet-waar, maar daar dan wel precies weet te raken.

Geen opmerkingen: