Digital edition. Canongate Books, Edinburgh 2022.
Wellicht ben ik als e-lezer een te willig slachtoffer van algoritmes, wellicht heb ik echt een recensie of aankondiging op papier gelezen van The Instant terwijl ik nog bezig was in Tekenen van het universum (2022) van Emy Koopman. Hoe dan ook dacht ik dat dit (tweede) boek van Amy Lipton interessant kon zijn omdat het ook over een obsessie zou gaan, en daarnaast over Berlijn, een stad waar ik graag vertoef (terwijl ik Canada, waar Koopmans boek zich goeddeels afspeelt, nog nooit bezocht). Daar komt bij dat The Guardian Liptrots boek, net als haar eerste, een memoir noemt, en die genreaanduiding past, als er een Nederlands equivalent voor zou zijn, ook op Tekenen van het universum, ware het niet dat dat boek heel veel lijkt op een echte roman, en dat het genre de facto niet genoemd wordt. Bovendien is Liptrot naast schrijver ook journalist, net als Koopman, en is de Schotse geboren in 1986 (de ik-figuur van Lipton noemt zichzelf ‘about as old as a millennial can be’) en de Nederlandse in 1985. Ik was nieuwsgierig of ik meer van hetzelfde te lezen zou krijgen maar dan toch heel anders.
Het werd, stelde ik al vast toen ik nog maar op de helft was van het boek, alleen het laatste. Of ietwat scherper gesteld: alles wat het boek van Koopman interessant en aantrekkelijk maakt, ontbreekt in dat van Liptrot. Of: alles wat in Tekenen van het universum gelukkig afwezig is, staat helaas wel in The Instant. Onder meer een overdosis aan korte, simplistische zinnen; een even moordende hoeveelheid zinnen die met ‘I’ plus persoonsvorm beginnen; loutere opsomming in platte telling van zogenaamd heftige emoties, die vooral neerkomen op het uitventen van een kleinzielige, zelfgenoegzame eenzaamheid; een bloedeloos repetitieve vermelding van een zich blind staren op het internet (waarmee de ik-figuur een praktijkvoorbeeld wordt van The Shallows van Nicholas Carr); een uiterst doorzichtige thematische verantwoording van de binaire speelruimte (guur eilandje voor de Schotse kust vs. wereldstad op het continent); nauwelijks een blik over de rand van het eigen wereldje van de ik, tenzij via het internet, waarvan ook eindeloze ornithologische ditjes en datjes lijken te worden opgelepeld, en losse feitjes als hoeveel minuten het duurt voor het zonlicht de aarde bereikt.
Andersom is het grotere plan waarbinnen het verhaal zou passen, zoals de tekenen van het universum dat bij Koopman vormen, bij Liptrot niet veel verder ontwikkeld dan een gortdroog noemen van allerlei verschijningssoorten of benamingen van de maan bij ieder nieuw hoofdstuk. Er is weinig in The Instant dat de indruk weet te weerleggen dat dit boek inderdaad niet meer dan een memoir is, een document humain, een uitgewerkt dagboek. Het is autobiografische non-fictie zonder een greintje literaire, stilistische of compositorische brille. Vond ik het eerst nog wel grappig dat de tegenspeler van de ik-figuur hier niet A heet, maar B, vervolgens vond ik het irritant omdat Liptrot alle andere personen, vooral vrienden en vriendinnen, aanduidt als 'B'. Die anderen krijgen mede daardoor nauwelijks contour, geen karakter, want ze verdwijnen ook direct nadat ze verschenen; ze worden slechts aangestipt.
Al vroeg in de tekst refereert Liptrot tussen neus en lippen aan de AA en aan de rehab en aan een (andere) drugsverslaving, maar daar 'doet' ze verder niks mee, behalve tegen het einde aangeven dat verslaving ook een vorm van obsessie is. De eigenlijke obsessie die in het boek centraal staat, komt pas laat op gang: het gemis van de geliefde. Eer die geliefde, B, er is, is het boek al halverwege, en eenmaal daar, is hij in een mum van tijd alweer verdwenen, zonder dat De Grote Liefde nu echt lekker uit de verf is gekomen. Zielig voor haar dat hij haar dumpt, maar wat moet een lezer met zo'n vaag figuur?
Vaag is niet alleen B, maar ook de ik-figuur zelf, die een opmerking maakt als: 'The same technology that allows my lifestyle – the flexibility, the short-term, the instant – also enables me to be detached and uncommited.' Maar ook deze: ' In six weeks I've made friends and been lonely and had new ideas', zonder dat er van enige vriendschap, van eenzaamheid of van een nieuw idee zelfs maar een flinter is gebleken. De Grote Ontmoeting vertrouwt ze als volgt aan de digitale inkt toe: 'He pays me compliments and we go for a walk and a curry and I feel happier, more relaxed and hungrier than I have in a long time. On the way out of the restaurant, we hold hands, easy.' En, om een eind aan te breien aan de eenvoudig aan te leggen collectie oppervlakkige taaluitingen: 'There is still so much to learn. There are many different ways of living in the same city.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten