donderdag 16 januari 2020

Peter Buwalda, Otmars zonen


Paperback met flappen, 607 pagina's. Amsterdaam: De Bezige Bij, 2019.

14-01-2020 10:21
Otmars zonen

Hallo Fabian,

Dat ik je e-mail, is impulsief. Misschien schrijft de etiquette voor dat ik me beter opnieuw voorstel, maar ik stel wat vertrouwen in het feit dat mijn zeldzame naam vaker blijft hangen. Ik zoek een klankbord en kan er geen vinden. De kwestie: ik heb Otmars zonen gelezen. Jij hebt voor de Academica Literatuurprijs Bonita Avenue gelezen en herlezen. Je was er behoorlijk enthousiast over. Heb je 'de nieuwe Buwalda’ ook gelezen? En zo ja, wat vond je ervan?

Vriendelijke groet,

JoJanneke van der Kaa


14-01-2020 10:49
Re: Otmars zonen

Beste JoJanneke,

Ze zeggen wel eens dat je je dag niet moet beginnen met mail lezen (ik was wat laat op kantoor vandaag, ik wilde eerst thuis verder lezen in een roman en aan een blogje werken), maar dit geeft wel aan dat dat niet klopt.

Ah, ja, Bonita Avenue, dat was meteen een favoriet van me en Buwalda won er die prijs mee in de jury waarvan ik toen voor het eerst zitting had. Ik heb de roman meerdere keren gelezen en werd er niet minder enthousiast over.

Otmars zonen las ik ook, en gretig, zodra het verschenen was, maar in heel veel korte zittingen, te veel om er echt goed in te komen, denk ik; dat is niet handig met een roman die uit zo veel en zich zeer langzaam ontwikkelende en gluipenderwijs verstrengelende verhaaldraden bestaat. Het boek staat nu dus hoog op de lange lijst ‘Herlezen!’ Ik denk dat ik het goed vind, maar ben er nog niet zeker over; daarom heb ik er nog geen blogpost aan gewijd.

Ik houd van de stijl van Buwalda, dat drieste, dat zeer verzorgde en tegelijk soms ook lompe, met overdrijvingen, die soms net niet en dan weer wel ontsporen, wat in beide gevallen aangenaam is. Anderzijds ben ik gestopt met het lezen van zijn columns, omdat me daarin ging opvallen dat hij daarin weinig te melden heeft (heel anders dan Wieringa en vooral Februari in hun columns) terwijl hij wel blijft ronken met die beeldenrijke taal-hypertrofie. Maar ik denk dat Otmars zonen een  goed en intrigerend bouwwerk is, in de geest van A.F.Th. van der Heijden (maar dan zonder diens opzichtige pronken met uit Wikipedia getrokken mythologische quasi-kennis), ook doordat er referenties aan lijnen en personages uit zijn debuut in zitten.

Dat herlezen gaat denk ik wel op zich laten wachten, want er verschijnt veel dat mijn aandacht trekt en er ligt nog zo veel ander ongelezen werk te wachten. Ali Smiths romans bijvoorbeeld, Pastorale van Stephan Enter, en momenteel ben ik nog bezig in Schilf van Juli Zeh, een zeer getalenteerd schrijfster, met enkele stilistische Buwalda-trekjes.

Het lastige aan Otmars zonen is dat het (mij, uiterst trage lezer) veel tijd kost om zo’n baksteen te (her)lezen, en dat ik zo'n werk met grote aandacht wil lezen, terwijl de ontwikkeling van de verhaallijnen heel erg langzaam gaat, zo langzaam, dat deze hele roman alleen nog maar de aanzet is tot iets, wat misschien in deel twee volgt, of pas in deel drie.

Onlangs zag ik The Irishman van Martin Scorsese, enigszins vergelijkbaar misschien: duurt heel lang, gaat traag, refereert voortdurend aan de werkelijkheid (een historische werkelijkheid die nabij genoeg is om nauwe banden met het heden te hebben) en wordt gekenmerkt door een behoorlijk fors aangezette stijl, maar niet het absurdistische van een Buwalda heeft.

Dat dus 😊

Hartelijke groet,

Fabian


15-01-2010 07:27
Re: Otmars zonen

Beste Fabian,

Ze zeggen ook wel eens dat je je dag niet moet afsluiten met mail lezen, maar dat heb ik gisteren toch gedaan. Gelukkig maar. Mijn reactie nu is vroeg en hopelijk uitgeslapen.

Bonita Avenue staat nog steeds hoog op mijn lijstje met favorieten. Ik kwam er niet eerder toe om Otmars zonen te lezen, omdat de omstandigheden er moesten zijn om me echt aan dat vuistdikke boek te wijden. Die omstandigheden waren er afgelopen weekend: ik las het in vier dagen uit.

De constructie met al die flashbacks maakt dat het verhaal in het ‘nu’ inderdaad langzaam op stoom komt, maar geeft het boek wellicht ook een anekdotisch karakter. Misschien is het te veeleisend bij deel 1 van een trilogie, maar Buwalda heeft in een interview – VPRO Nooit meer slapen – zijn voorgenomen drieluik vergeleken met The Lord of the Rings en dat valt hem wel een beetje kwalijk te nemen. Otmars zonen heeft geen opzichzelfstaande plot, in tegenstelling tot de boeken van Tolkien, maar lijkt inderdaad een opmaat tot de volledige cyclus, die we vooralsnog moeten ontberen. In dat opzicht gaat een vergelijking met The Irishman – onlosmakelijk verbonden met drieënhalf uur lang, zonder pauze in een zeer oncomfortabele bioscoopstoel genieten – mank: de broeierige, trage ontwikkeling van de verhaallijnen akkoord, maar er is in die film wel degelijk sprake van afronding.

Niettemin is het in Otmars zonen op iedere pagina feest: haast iedere zin is een hoogstandje, het inktzwarte cynisme van Ludwig is hoogst vermakelijk, de perspectiefwisselingen zijn interessant, er zijn verwijzingen naar de werkelijkheid en de verhaalwereld in Bonita Avenue, de besproken muziek is onlosmakelijk verbonden met de opzet en inhoud van het boek, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Die columns lees ik ook niet meer: stilistisch interessant, maar inhoudelijk...

Psychologisch vind ik dit een veel sterker boek dan Bonita Avenue. De kenschetsing van de personages is stukken beter, hun keuzes zijn daardoor meer invoelbaar, al roepen ze nog weinig sympathie op. Ik heb gewalgd van de passages waarin De Sade een rol speelt. Toen het boek uit was, was ik boos: afhaken voor een kernpunt, en het skiën dan, en het interview dan, heb ik verdorie al die jaren op gewacht, moet ik voor deel 2 weer zo lang wachten, en voor deel 3?! Toen dat zakte, heb ik je gemaild. Dit is dan literatuur: een wereld op papier die aankomt alsof je een stomp in je maag hebt gekregen, waarover je vervolgens in therapie kunt bij een oud-docent.

Enfin, op mijn lijstje ‘nog te lezen’ nu eerst Let op mijn woordenPastoraleDubbelliefde (tja, ik was pas 12 toen dat boek uitkwam) en zo kan ik ook nog wel even doorgaan. Herlezing van Otmars zonen was eigenlijk van dat lijstje af, maar komt er toch weer op. Ik kijk uit naar je blogpost. Houd je me op de hoogte?

Vriendelijke groet,

JoJanneke


15-01-2020 09:21
Antw. Otmars zonen

Zo, dat is een ‘goedemorgen’, JoJanneke.

Onmiddellijk na het lezen van je mail kon ik maar aan één ding denken: vind je het goed als ik onze mails samenvoeg, redigeer en op mijn blog plaats als bespreking van Otmars zonen? Je opmerkingen bij het boek vind ik te mooi – om niet te zeggen: Klasse! – om voor me te houden. Ik zal je sowieso binnenkort een concept sturen.

Hartelijke groet,

Fabian

P.S.
Ik keek The Irishman heel op m'n gemak, in bed, op de computer.
Walgen van De Sade? En niet van die decoupeerzaagscène in Bonita Avenue?


15-01-2020 20:17
Antw: Otmars zonen

Goedenavond dan maar, beste Fabian,

Bedankt voor het compliment; ik voel me vereerd! Wie had gedacht dat zo'n impulsieve e-mail zou leiden tot een blogpost van Fabian Stolk, tegen wie ik zo veel jaren heb opgekeken vanuit de collegebanken en met wie ik nog wel eens een stevig verschil van mening heb gehad. 

Nu zie ik dus het concept van een geredigeerde versie van onze mailwisseling tegemoet. Ik heb een hekel aan "leuk", maar leuk, dus, of - om het op z'n Brabants te zeggen - gezellig!

Hartelijke groet, 

JoJanneke


15--1-2020 21:53
Antw: Otmars zonen

Beste JoJanneke,

Aangehangen de concepttekst. Je zult zien dat ik er weinig aan geredigeerd heb. Het geheel past mijns inziens prima op m’n blog, omdat het meer een leesverslag is vol impressies en waardeoordelen, dan een zakelijke recensie met een grondige analyse en interpretatie, voorzien van een gemotiveerde plaatsbepaling binnen de actuele literatuur.

In mijn leesdagboek – een roman-dummy waarin ik probeer te documenteren wat ik wel gelezen heb  maar niet op Klasse! plaats – staat: “8.7.19 Achterstallig / Buwalda, Otmars zonen / Smith, Spring / [naam vergeten], Norman People”. En meteen daarna staat: “Intermezzo: / C.C.S. Croneprijs en -stipendia 2019”; indicatie van een berg – inmiddels voltooid – leeswerk, die herlezing van wat dan ook in de weg stond.

Maar nu die berg weg is en ik het eerste dikke deel van Buwalda's roman fleuve weer van de plank heb gepakt en de terugtellende hoofdstuknummering terugzie, de forse broodletter en de paginanummers die alleen op de rechterpagina’s staan, krijg ik verse kriebels om ook weer in de inhoud te duiken. 

Enfin, ik wacht je “fiat” af c.q. je “imprimatur” of “nihil obstat".

Wees gegroet
       door
     Fabian


16-01-2020 09:35
RE: Otmars zonen

Hallo Fabian,

Nog een reactie op je twee toegevoegde PS’en: The Irishman in bed kijken is voorbehouden aan mensen die behept zijn met een Netflix-abonnement. Aangezien ik meer boeken koop en die lees dan dat ik tv kijk – en het moet doen met een bescheiden lerarensalaris – behoor ik niet tot de gezegenden en zat ik ‘gewoon’ in de bioscoop. Wat (of wie) is decadenter?

De decoupeerzaak in Buwalda’s eerste vond ik een stuk minder onsmakelijk dan de passage waarin vader zijn dochter anaal verkracht onder dwang en onder toezien van De Sade en consorten, waarna het meisje alsnog op gruwelijke wijze verkracht en vermoord werd onder het toeziend oog van de vader in kwestie. Kleine analyse daarvan: mensen schuiven de verantwoordelijkheid voor hun fouten liefst af op anderen en schaamte komt juist tot stand in relatie tot anderen. In de decoupeerzaag-scène zijn geen toeschouwers: niemand om op af te schuiven, niemand om zich voor te schamen. In de walgelijke De Sade-scène waaraan ik zojuist refereerde, zijn die ingrediënten er wel: vader kan zijn gedrag afschuiven op De Sade en zich tegelijkertijd voor datzelfde gedrag kapot schamen ten overstaan van het publiek. Zijn ondergeschikte positie aan De Sade leidt ertoe dat hij een onmiskenbare nederlaag lijdt. Als lezer identificeer ik me met hem ten overstaan van die toeschouwers: ik wil hieraan ontsnappen, maar dat kan niet. Ik ben een onmachtige voyeur – meer dan in Bonita Avenue  en dat geeft mij een hoogst ongemakkelijk gevoel, om niet te zeggen ‘zum Kotzen’.

Op de een of andere manier doet dit mij denken aan Ludwigs zoektocht naar zijn oordopjes: de neuroot die over de grond kruipt en die ik van bovenaf bezie. Het gevoel van walging is nabij – beste Ludwig, ga je schamen en ga alsjeblieft gewoon slapen – maar meer nog is er medelijden. Enfin, ik weet niet waar deze uitweiding vandaan komt, dus laat ik er maar over ophouden.

Mijn fiat krijg je.

Hartelijke groet,

JoJanneke


16-01-2020 13:17
Noot van de redactie

Ik ben behept met een tv noch een Netflix-abonnement; ik keek per laptop via-via mee met een abonnee; voel me daardoor bescheiden gezegend.

Geen opmerkingen: