vrijdag 12 oktober 2007

September...

... is de leegste maand, biedend
weinig meer dan rommel, schuimend
van halfhartigheden, sparend
leespret voor wat oktober te bieden heeft.

En ik ga hier dus nu eens even niet opsommen wat er de afgelopen tijd allemaal niet door de barse beugel kon nadat het ondanks alles het lezend oog wist te passeren.

Op de leestafel ligt (opnieuw, en niet om te liggen, maar om te lezen): Frits van Oostrom, Stemmen op schrift. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur vanaf het begin tot 1300. Amsterdam 2006.

Ik mag van mezelf pas in het nieuwe deel van deze reeks beginnen (dat van Pleij), als ik dit eerste uit heb. Ik was bij pagina 269 blijven steken wegens mij thans onbekende redenen. Nu ik het wakend deel van iedere dag begin met een kwartier tot een half uur weer in dit boek te lezen (nu ja: na het ontbijt), kan ik niet anders dan het iedereen aanbevelen. Hoe bestaat het toch dat iemand zo aanstekelijk en begrijpelijk kan schrijven over deze oude, dode, fragmentarische, eigenlijk zeer vreemde materie?

Jubelend en toegankelijk schrijft Van Oostrom over de Lancelot-compilatie (ooit waarschijnlijk 200.000 verzen); dito over de tegenstrevende Roman van Limborgh, en ook over de Moriaen. En dat vind ik echt niet alleen maar interessant omdat het over epiek gaat. Het is omdat en doordat Van Oostrom zo enthousiast en enthousiasmerend schrijft; met bewondering maar af en toe ook met distantie, maar zonder ooit neerbuigend of negenatief te worden. En steeds maar verder vertellend, zonder sleur, zonder plichtplegingen of opgelegd pandoer. Wijs en stimulerend.


September - het went niet.
Deze lentemaand van de herfst

bouwen geen vogels hun nesten,
straks trekken ze plotseling weg.

Wie nu nog wil aarden
hecht aan een huis en een haard

waarin een ontvangst wordt bereid.



Aldus Dirk Kroon in Getemd getij (Den Haag, Bzztôh 2007), verbindend
een vroeg-elfde-eeuws boek uit Rochester met Rilke
en niet minder met Folgore da San Gimignano
die via Dolf Verspoor weer een link biedt met...


In het nooit, dat nog komt, zie ik u weer.
Blauwe absentie houdt het weten wakker
en doet october tot een lens verstrakken.
De dagen hebben haast geen wolken meer.

Geen opmerkingen: